Biobrandstofketen voorzichtig positief over voorgenomen klimaatmaatregelen mobiliteit
9 mei 2025
De Nederlandse Biodiesel uit Afval Alliantie (NBAA), de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Biobrandstoffen (NVDB) en de ketenorganisatie voor oliën en vetten (MVO) zijn voorzichtig positief over het onderdeel mobiliteit uit het pakket aan maatregelen uit de voorjaarsbesluitvorming van het kabinet. Wij verwelkomen met name het voornemen om de brandstoftransitieverplichting te verhogen in de periode 2028-2030, waardoor extra wordt ingezet op hernieuwbare brandstoffen in het wegvervoer.
Het verhogen van de brandstoftransitieverplichting is een positief signaal, maar een hogere ambitie, ruimere toegang tot grondstoffen en meer investeringszekerheid zijn vereist om de klimaatdoelstellingen binnen bereik te brengen en betaalbaar te houden
De sector ziet de verhoging van het aandeel hernieuwbare energie in het wegvervoer van 22,9% naar 27,1% in 2030 als een noodzakelijke minimale stap. Deze ambitie levert een geschatte extra CO₂-reductie van 1,5 megaton op. De verwachting is dat door deze maatregel in 2030 circa 33,5 PJ extra aan hernieuwbare brandstoffen worden ingezet boven op het ambitieniveau van de RED3.
In het regeerprogramma van dit kabinet is afgesproken om de CO2-uitstoot tenminste met 55% terug te brengen t.o.v. 1990. De kans dat dit doel wordt bereikt is met het voorgenomen pakket zeer gering. Binnen het pakket heeft de ophoging van de brandstoftransitieverplichting relatief veel impact op het bereiken van het doel. Om de haalbaarheid van de doelstelling te vergroten is het nodig dat:
- 50 PJ i.p.v. 33,5 PJ additioneel aan de doelstelling uit de RED3 wordt ingezet in lijn met IBO Klimaat;
- de limieten op grondstoffen voor biobrandstoffen evenredig worden verhoogd om de al beperkte impact op de prijs aan de pomp te minimaliseren;
- actief wordt gestuurd op verhoging van het aandeel FAME en HVO in het wegvervoer en de binnenvaart waarbij de bestaande tankinfrastructuur en brandstofstandaarden worden benut. Deze duurzame biobrandstoffen zijn een betaalbaar en op korte termijn schaalbaar alternatief voor fossiele brandstoffen; en
- het groeipad voor de brandstoftransitieverplichtingen voor de afzonderlijke sectoren wordt verlengd van 2030 tot en met tenminste 2040. Dit is nodig met het oog op investeringszekerheid en de strategische autonomie van Nederland. Het verlengen van het groeipad stimuleert dat in Nederland wordt geïnvesteerd in de uitbreiding van de capaciteit en deze investeringen zich op termijn kunnen terugverdienen.
Voorkom negatieve impact op duurzame biobrandstoffen door aanpassing van de raffinage-route
Het nieuwe beleidskader voor het gebruik van groene waterstof voor productie van fossiele brandstoffen (met een hogere correctiefactor voor de ‘raffinage-route’ en hogere subverplichting voor RFNBO’s) leidt tot een overmatige stimulering van groene waterstof voor fossiele productiedoeleinden. Met het oog op de voorspelbaarheid voor de duurzame biobrandstoffensector moet:
- worden vastgehouden aan de limiet op de raffinage-route ter hoogte van de RFNBO-subverplichting, zoals eerder ook is gecommuniceerd en waarover geen duidelijkheid wordt gegeven in de nieuwe plannen; en
- het indicatieve sectordoel voor CO2-reductie in de mobiliteitssector ongewijzigd blijven om te voorkomen dat de sector op achterstand wordt geplaatst voor de verdere verduurzaming die in de periode na 2030 moet plaatsvinden.
Beperkte prijsimpact biedt ruimte voor slimme accijnsdifferentiatie
De sector onderschrijft het beeld, zoals in de Kamerbrief geschetst door de Staatssecretaris van IenW, dat de voorgenomen ophoging van de brandstoftransitieverplichting slechts een beperkte impact heeft op de prijs aan de pomp. Ook wordt verwezen naar de mogelijkheid om aanvullende afspraken te maken om dit effect te minimaliseren. Daarom roepen wij het kabinet op om accijnsdifferentiatie te verkennen als flankerend instrument, zeker met het oog op de verhoging van accijnzen per 1 januari 2026. Het aanbrengen van deze differentiatie kan budgetneutraal worden ingevuld.
De sector is graag bereid om samen met het kabinet invulling te geven aan de maatregelen met het oog op het behalen van de klimaatdoelstellingen en vergroten van de strategische autonomie van Nederland.
Klik hier voor een printversie